De steen. Het ijs. De bezem.
Tijdens curling is het de bedoeling dat een steen van zo’n negentien kilo zo ver mogelijk over het ijs glijdt. Twee teams van vier mensen laten om de beurt acht stenen over het ijs glijden. En nee, dit is niet zomaar ijs. De curlingbaan heeft namelijk kleine bobbels, welke ontstaan nadat druppels water (pebbles) op het ijs worden gespoten en invriezen. Dit vermindert het contact tussen steen en ijs, waardoor de steen beter kan doorglijden. De stenen draaien rond tijdens het glijden, vandaar de naam curling. Vervolgens is wrijving - hier komt de bezem in beeld! - cruciaal om de steen nét iets verder te laten glijden. Het team dat in zes tot tien rondes het dichtst bij de rode stip (de dolly) ligt met de stenen, wint!